woensdag 24 december 2008

Twee jaar mannenkunst, deels met herenliefde — doch tevens passend voor het andere geslacht

Breed scala
Afgelopen zondag werd het tweejarig bestaan van Galerie MooiMan te Groningen gevierd met bijna zoveel aanloop als waarin een normale opening van een nieuwe expositie zich mag verheugen.
De galerie sluit het jaar 2008 af met een tentoonstelling die is gewijd aan onderdelen uit het oeuvre van elf kunstenaars, welke door dit instituut worden gerepresenteerd. Daarover heeft u inmiddels op onze zustersite Cultuur in Groningen en omgeving een artikel kunnen lezen waarin u de Hogere Rekenkunde van de eigenaren van deze beeldende kunst-instelling, speciaal in verband met deze laatste, korte doch ook hevige, expositie van dit schrikkeljaar wordt uitgelegd.


Bovendien kunt u daar de namen vinden van de elf kunstenaars, van wie nu nog even enkele werken extra in de schijnwerpers hangen en waarvan een deel met elf procent feestcommissie-korting zal worden verkocht. Het komende weekeinde, vrijdag 26 tot en met zondag 28 december — alle drie dagen tussen 14:00 uur en 18:00 uur — zijn de stukken nog te bezichtigen.
Hoewel ook tijdens een expositie van één of enkele kunstenaars een ruime variatie in thematiek denkbaar en somtijds praktikabel is, biedt het beeld op de twee wanden van de galerie nu — met een totale lengte van zo'n 25 meter — met werken van elf totaal verschillende artiesten een nog weer grotere variëteit.

Frans van Oirschot
Vier stukken van Frans van Oirschot hangen dezer dagen in Galerie MooiMan — waarvan er één, Klaar met schilderen — afgebeeld in een artikel — op de moedersite Cultuurtempel is opgenomen. Er bestaan kijkers die deze kunst wellicht wat aan de brave kant vinden voor een galerie waar men zeer gedurfde, naast humoristische en anderszins prikkelende voorstellingen kan aantreffen. Maar voor de zeer goede 'verstaander' is het hierboven afgebeelde stuk, getiteld De Nacht, een voorstelling die wel eens aan in veel diepere lagen sluimerende, sterk erotisch getinte, hartstochten zou kunnen appelleren, aangezien de uitgebeelde slaper immers heel goed een uitnodigende bedoeling kan hebben. Anders gezegd: juist deze zo kuise slaper kan in menigeen golven van tomeloze geilheid losweken, die maanden, zo niet jaren, kunnen rollen. Dat geldt overigens — mutatis mutandis — eveneens voor Schemering en met even veel, door de beschouwer in te vullen mate van, prikkeling voor het vierde geëxposeerde stuk van Frans van Oirschot: De Brief.


Peter Colstee: Whiteface
Een verwijzing naar één der hoofdfiguren, genaamd Bleke Broeder, in diverse romans van de Duitse schrijver berstensvol verlangen naar vriendschap en liefde, de heer Karl May (1842-1912), door menigeen, overigens ten onrechte, geciteerd als Broeder Bleekgezicht, hetgeen vanzelfsprekend niet hetzelfde is, is deze afbeelding niet. Maar als je wordt gesteund, dan wel geplaagd, door zich te pas — doch een enkele keer eveneens te onpas — aandienende associaties, is zo'n link snel gelegd. Gelukkig is Peter Colstee erin geslaagd deze voorstelling zo polyinterpretabel te houden dat men in de ogenschijnlijke eenvoud heel veel verschillende ideeën, maar vooral wensen en verlangens, kan hineininterpretieren. Dat alles zal zich afspelen op een scala, variërend van de uitbeelding der totale onschuld tot en met een geraffineerde uitnodiging, van onderkoelde afstandelijkheid tot een hoopvol uitgezonden appel. Een vraagteken in combinatie met een uitroepteken: de onervarenheid samen met de door de wol gekleurde keerzijde van diezelfde persoonlijkheid — alles in dat ene stofkleed bijeengebracht.
Daarin ligt tevens, aan degenen die het stuk bekijken, de uitnodiging tot interactie: een fenomeen dat van levensbelang is en blijft voor het wel en wee van de beeldende kunsten in het algemeen en van de (ietwat) meer cryptische aspecten daarvan in het bijzonder.


Apollo en Hyacinth
Doch de heren van Galerie MooiMan zouden hun eigen ideeën geweld aandoen indien er niet — naast de ietwat terughoudend-erotische dan wel algemene stukken — tevens enkele heel nadrukkelijk seksuele voorstellingen zouden worden tentoongesteld, die heel wat minder aan de verbeelding en interpretatie van de toeschouwer overlaten. Dat die ondeugende begeleider der Muzen, Apollo, Hyacinth verrast in een gedaante die toen nog niet als adamskostuum werd aangemerkt, maar waaraan zelfs het kleinst denkbare klaverblaadje ontbreekt, zegt op zich niet zoveel — niet alleen deden die Grieken, en zeker de onsterfelijken, zoiets wel vaker, doch daarbij mag men echter niet uit het oog verliezen dat naaktheid eveneens de representatie van zuiverheid kan voorstellen. Maar hier worden hartstocht en zinderend verlangen, overrompeling en overgave uitgebeeld in twee fysieke antagonismen: de passieve Hyacinth — en of die status slechts het gevolg is van de slaap dan wel van een constante in het wezen, blijkt in de uitbeelding niet — tegenover Apollo die zichzelf wil activeren tot de verovering van een in afwachting schijnende 'citadel', door middel van een snel op de momentopname te volgen intocht. Dat lijdt niet veel twijfel.
Doch wellicht bedoelt de maker, Peter Schauwecker, het ook allemaal wel heel anders. Eventueel kan men het zelfs moeilijk vinden, maar dat dergelijke kunst ook heel leerzaam kan zijn, is al meer dan eens bewezen, hetzij via Extaze, hetzij Langs lijnen van geleidelijkheid. Die beide mogelijkheden te bieden, is onderdeel van het Noodlot van deze Galerie. Dat mag een iegelijk voor zich zelf bepalen, hier en nu en/of in de uren van openstelling der galerie. Wellicht mondt dan één en ander uit in een Openbaring.
De genade van de Heren MooiMan zij met u allen.
Amen.

Geen opmerkingen: