donderdag 25 maart 2010



Aanvankelijk criminele 'uiting'
Arte-televisie presenteert op donderdag 25 maart — tussen 22:00 uur en 23:00 uur — de documentaire 
Street Art over graffiti: een vorm van straatkunst die zo mogelijk ongezien, dus vooral in de nachtelijke uren wordt aangebracht. Daarmee werd in de beginjaren van deze manier van uiten een 'statement' afgegeven, dan wel aan een speels-esthetisch credo uiting hebben gegeven, zij het met heel direct daaraan verbonden maatschappelijke gevolgen, welke niet alleen de raakvlakken van kunst en openbaarheid heel nadrukkelijk hebben gemanifesteerd, maar niet in de laastste plaats zijn opgestoten in het sociaal-culturele gebeuren door de buitenproportionele media-aandacht waarbij, zeker in de begintijd, de nadruk werd gelegd op het als crimineel gekwalificeerde element, voornamelijk wanneer de New Yorkse metro-treinstellen het doelwit waren.

Pijlsnelle ontwikkelingWat is begonnen als een spontane uitdrukking, van mensen die een artistieke vorm van agitprop hebben bedreven, is in een relatief snel tempo uitgegroeid tot een volwaardige en volwassen stroming binnen de beeldende kunsten. Steeds vaker wordt deze kunstuiting ook buiten de artistieke wereld serieus genomen, en zelfs alweer enige tijd, op verzoek van overheden en bedrijven, wordt dergelijke kunst aangebracht op daarvoor uitgekozen plekken, zoals aan zijkanten van viaducten — zodat de gebruikers van de opritten naar zo'n viaduct er heel direct mee worden geconfronteerd; verder op houten omheiningen van bouwputten, op een kiosk in Amsterdam (1986) of op de Berlijnse Muur (1986).


Graffiti


Goed twee decennia geleden is in de reeks Dumont Taschenbücher de documentatie An der Wand — Graffiti zwischen Anarchie und Galerie uitgekomen onder redactie van kunscriticus Johannes Stahl. Deze schrijft in zijn inleiding dat het reeds toen onbegonnen werk was, het modebegrip graffiti te definiëren, aangezien er zoveel uiteenlopende uitingen onder vielen.

Het frontispice getuigt daarvan reeds met een afbeelding uit 1845 van Paul Gavarni (1804-1866). Binnenin vinden we nogmaals Gavarni, evenals Grandville (1803-1847) [1], Georg Grosz (1893-1959) en Heinrich Zille (1858-1929), de laatste met een Ohne Titel uit 1919.
__________
[1] (J.J.) Grandville is een pseudoniem voor Jean Ignace Isidore Gérard.
____________
Afbeeldingen
1. Voorzijde van de Dumont documentatie van Johannes Pfahl.
2. Muurkunst (Berlijn, 1919) van de 'Berlijn-fotograaf' Heinrich Zille.

Geen opmerkingen: